MOBISTAR
de hoofdrolspelers - van links naar rechts: Jan Steyaert, Eric De Keuleneer, Benoit Scheen, Michel Massin
O P E N B R I E F - aan Jan Steyaert, voorzitter Raad van Bestuur MOBISTAR, aangetekend verstuurd op 3 maart 2011
Geachte heer Steyaert,
We hebben vastgesteld dat uw directie zich schuldig maakt aan list en bedrog jegens de Ombudsdienst voor Telecommunicatie, niet incidenteel maar systematisch en bij herhaling en gedurende een langere periode. Daar zijn we het nu wel over eens. Waar we het NIET over eens zijn, is dat u daar niets tegen onderneemt en dat u deze kwestie steeds verder laat escaleren.
De Ombudsdienst voor Telecommunicatie komt voort uit de Belgische wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. Die is bedoeld om te voldoen aan overeengekomen Europese richtlijnen. Mobistar geeft er met haar optreden blijk van willens en wetens deze Europese regelgeving te frustreren en aan haar laars te lappen.
Gebleken is dat uw directie deze list en bedrog praktijken gezamenlijk doet met Belgacom en in het belang van Belgacom. Dat betekent dat Mobistar in de markt samenspant met Belgacom. Ook dát is in strijd met de Europese Regelgeving.
Omdat uw directie weigert zich voor haar gedrag te verantwoorden of zelfs maar te excuseren, heb ik u en Prof. Eric de Keuleneer aangeschreven om Mobistar alsnog maar ook ten laatste in de gelegenheid te stellen om de eer aan zichzelf te houden. Prof. De Keuleneer heeft mij laten weten dat hij voorstellen in de Raad heeft geformuleerd om dit probleem in goede banen te leiden. Maar uw directie - zijnde het uitvoerend management- heeft er voor gekozen om olie op het vuur te gooien door het advies van uw Raad van Bestuur volstrekt te negeren en bovendien onder haar verantwoordelijkheid te laten voorkomen dat mijn correspondentie aan Prof. De Keulenaar tot tweemaal toe is onderschept geworden. Subversiever kan het niet.
Uit het laatste antwoord van Prof. de Keulenaar blijkt dat intussen zijn mond wordt gesnoerd en tegen zijn eigen adviezen en beter weten in antwoordde hij mij per email: “Het directiecomité heeft de verantwoordelijkheid over de operationele aspecten van het beheer. Ik kan niets bijvoegen.” Concreet suggereert hij dat de R.v.B. als hoogste bestuursorgaan geen verantwoordelijkheid draagt voor het uitvoerend management onder leiding van uw gedelegeerd bestuurder. Daarmee zet Prof. De Keuleneer zichzelf voor schut.
Volgens het intern reglement bereidt u als voorzitter samen met uw CEO Benoit Scheen de vergadering voor van de Raad van Bestuur. Ik beschouw u dan ook als één van de hoofdrolspelers in de standpuntbepaling. Maar tegelijkertijd merk ik op dat het hier gaat over integriteit en daar valt niet over te stemmen. Ik begrijp dat u het moeilijk vindt om uw voormalige collega’s en vrienden bij Telindus en Belgacom in de wielen te rijden en dat u liever de zaak in de doofpot wilt stoppen door botweg niet te reageren, intussen nu al zo’n 6 maanden. Maar uw wens kan niet worden gehonoreerd. U weet heel goed dat het hier niet gaat om zaken die ondergeschikt kunnen worden gemaakt aan het belang van uw vriendenkring. Het gaat hier niet om een incident, niet om een akkefietje, maar om het belang van de markt en van de Europese regelgeving, het recht van de Belgische burger.
Onze briefwisseling was besloten en tot nu toe vruchteloos en voorzover die een beroep deed op uw integriteit was dat ijdel. Daarom schrijf ik u deze open brief die ik op Internet heb geplaatst op een dedicated website en ik stel u langs deze weg voor de laatste maal in de gelegenheid uw verantwoordelijkheid te nemen. Uw antwoord moet u niet meer zien als zijnde aan mij gericht maar aan de markt en alle belanghebbenden die dit aangaat.
Eén ding moge duidelijk zijn. Zó kan het niet langer. Hier moet worden ingegrepen: goedschiks of kwaadschiks. De keuze is aan uzelf.
Hoogachtend,
Carla van Zantwijck-Van Loon.
C.C. Prof. Eric De Keuleneer